Als een onroerend goed wordt overgedragen zonder het vereiste asbestattest, zal de koper de nietigheid van de overeenkomst tot overdracht van het onroerend goed (bijv. de verkoopovereenkomst) kunnen vorderen.
Vermoedelijk zal de verwerver, naar analogie met de rechtspraak inzake het bodemattest, daartoe moeten aantonen dat hij een effectief nadeel – hoe miniem ook – heeft ondervonden als gevolg van de laattijdige afgifte of van het ontbreken van het asbestattest, wil hij vermijden dat zijn nietigheidsvordering wordt bestempeld als rechtsmisbruik.
Natuurlijk is het afwachten hoe de rechtspraak omgaat met dergelijke nietigheidsvordering en zal dit soms wel variëren van rechtbank tot rechtbank.
Het gaat alleszins om een relatieve nietigheid: de verwerver kan deze niet meer inroepen wanneer hij in de notariële akte uitdrukkelijk heeft verzaakt aan de nietigheidsvordering en hij een geldig asbestinventarisattest heeft ontvangen.